Blog 3 ‘Het verlangen geraakt te worden’- bijdrage van Dik Mook

door Joost Röselaers

Angst en Verlangen

Als ik heel bang ben, kan ik niet meer kijken, horen en voelen; onze zintuigen hebben de neiging bij angst uit te vallen. Een algemene, overbekende reactie is dat we onze handen voor onze ogen slaan of zelfs flauw vallen.

In deze tijden ben ik bang dat ik bepaalde mensen waar ik van houd, misschien wel nooit meer zal zien, nooit meer zal kunnen zoenen of omhelzen.
Ook ben ik bang dat de wereld door deze hele crisis nog onrechtvaardiger zal worden, een wereld vol honger en oorlog.

Ik heb niet veel invloed op de oorzaak van die angsten, maar misschien wel op die angstgevoelens in mij. Ik snap, dat het in mij over twee soorten angst gaat. Voor de eerste angst ga ik in therapie en voor de andere maak ik geld over op bankrekening 999 voor een hongersnood of aardbeving. Toch denk ik dat er een verband is tussen die twee verschillende angsten; mijn privé-angsten en mijn wereld-angsten. In beiden zit namelijk Verlangen.
In het Engels en Frans, desire, desire klinkt daar zo mooi het latijnse woord de sidere in mee, dat ‘van de sterren’ of ‘hemellichaam’ betekent. Dat verbindt het kleine verlangen van nu en ik, met het grote verlangen van een harmonieuze wereld. In het Nederlands zit in het woord verlangen, het langen, lang maken. Ook daar klinkt, zij het wat flauwtjes dat grotere perspectief in door. Ik ben een mens, met mijn kleine angsten, mijn korte perspectieven; maar in het verlangen naar angstvrij leven klinkt dat grote perspectief naar die angstvrije wereld mee. En juist door dat verlangen te koesteren, dat verlangen met elkaar te delen, komt er uitzicht op dat leven waar angst mij niet meer beheerst. Weg die handen voor mijn ogen en oren, ik kijk en luister, ik zie en hoor de angst van anderen en mijzelf en deel dat verlangen naar een angstvrij leven, juist nu.

In mijn schilderij Luctor et Emergo (ik worstel en kom boven) dat ik maakte in de periode dat ik mijn depressie te boven kwam rond mijn pensionering, is die angst in de vorm van het bijna doek-vullende rode vlak verbeeld. Langzaam komt er structuur in mijn angst en gloort er lichte kleur; wit, geel. En ik durf over de rand te kijken, durf de ander, weer aan te kijken, te glimlachen.

gepubliceerd op 4 juni 2020



Alle columns