Op reis in de stad naar tempel en synagoge

Shambhala-Meditatiecentrum Amsterdam

door Chris Dutilh

In het kader van de ontdekkingsreis langs andere geloofsgemeenschappen bezochten zes Vrijburgleden op zaterdagmiddag 4 februari 2006 het Shambhalameditatiecentrum in de Jacob van Campenstraat 4.
ShambalaZonHet intieme gebouw is al enkele tientallen jaren in gebruik als ontmoetings- en oefenplaats voor de ongeveer 200 leden, die zich willen bekwamen in het mediteren. Shambhala is een wereldwijde organisatie die aan het begin van de jaren zeventig werd opgericht door Chögyam Trunga Rinpoche, een Tibetaans boeddhistische meditatiemeester met bijzonder vermogen om oosterse meditatieve traditie toegankelijk te maken voor westerlingen. De groep werd welkom geheten door Caroline Hissink en Hans Zwart, beide als trainer verbonden aan het centrum. Hans gaf ons enige basisuitleg over het boeddhistische geloof, dat erop gericht is om mensen te helpen bij het ontwaken uit hun onwetendheid, en zodoende hen te bevrijden uit hun staat van lijden. Boeddha, die 500 jaar voor het begin van onze jaartelling leefde, was geen god, maar een mens die zelf tot inzicht is gekomen toen hij zich geconfronteerd zag met lijden, ziekte en dood. Het grote inzicht dat hij de wereld geschonken heeft, is dat de ?notie van het ik? slechts een illusie is, geen werkelijkheid. Het is iets waarin je gelooft. Zo blijkt ook alle lijden een illusie, iets wat we onszelf inbeelden. Ook de wereld om ons heen is verbeelding en voortdurend in verandering. En van een illusie kan men afscheid nemen. De vier edele waarheden waar, door middel van meditatie, inzicht over verkregen kan worden zijn achtereenvolgens:

  • het lijden zelf;
  • het inzicht dat het lijden berust op een misvatting;
  • het besef dat het lijden kan worden opgeheven, door een directe relatie met de werkelijkheid aan te gaan.
  • het vinden van het pad van Boeddha, de manier om het lijden op te heffen via het mediteren.

Mensen die zich tot het boeddhisme aangetrokken voelen, hebben daarvoor verschillende motieven:

  • Ze hebben, vaak bij toeval, een ervaring gehad van spontane bevrijding, en ze willen daar meer van weten.
  • Ze zijn nieuwsgierig, en willen weten hoe de dingen echt zijn; ze hebben een verlangen naar kennis en inzicht.
  • Ze verlangen er naar om hun lijden structureel te verlichten en eventueel zelfs op te heffen.

Regelmatige meditatie leidt tot een gevoel van helderheid, openheid en eerlijkheid die uiteindelijk de weg baant voor een verlichte staat.

Synagoge van de Joods Liberale Gemeente

door Liesbeth Baars

Vrijdag 10 februari 2006 vierden wij het begin van de Sabbath in de Synagoge van de Joods Liberale Gemeente. De dienst begon na zonsondergang. menorahWe werden bijzonder hartelijk welkom geheten en kregen een liedboek in onze hand, met op de ene pagina de Hebreeuwse tekst en aan de andere kant de vertaling ervan. Zo konden wij de liederen volgen die in het Hebreeuws werden gezongen door de chazzan (voorzanger) en de gemeente. De rabbijn Menno ten Brink hield een bijzondere actuele overweging over de eigen verantwoordelijkheid die wij hebben, om zo te handelen dat wij anderen niet kwetsen. Dit naar aanleiding van de in de Deense krant verschenen cartoons over Mohammed. Rabbijn ten Brink gaf het voorbeeld van de Israëlieten die tijdens de tocht door de woestijn weliswaar op weg worden geholpen door God, maar zij moesten ook hun eigen verantwoordelijkheden leren nemen. God knapt niet alles voor ons op.

Tijdens de dienst worden de kinderen uitgenodigd om naar voren te komen en wijn te drinken – dit als beeld van de zegening van de kinderen – en worden de gestorvenen in de gebeden herdacht. Ons viel de ongedwongen sfeer op. Er wordt soms rustig en onopvallend met elkaar gepraat tijdens de dienst die zeker anderhalf uur duurde. Wie de synagoge van buiten goed bekijkt, ziet boven het dak twee zuilen steken waarop twee stenen rusten. Ze zijn het symbool van de twee stenen tafelen waarop de geboden staan. De zuilen zien wij binnen de synagoge terug als de plaats waartussen de thorarollen worden bewaard. En verder naar beneden, in de kelder, worden tussen deze zuilen de doden opgebaard voor de begrafenis. Een mooi beeld van hoe de woorden van God voor altijd en overal bij ons zijn.